dinsdag 31 augustus 2010

Luisteren is een activiteit

Luister om slimmer te worden
Luisteren is cruciaal voor een effectieve dialoog. Alleen praten brengt je best ver, dat wel. Je kunt heel overtuigend zijn, warmte en gevoel overbrengen en zelfs verschillende gesprekken tegelijk voeren. Maar door luisteren ontstaat de connectie; je moet luisteren om je te kunnen aanpassen aan je gesprekspartner; je moet luisteren om slimmer te worden. Maar wat is dat nou, luisteren? Wordt in veel gevallen, waar wordt geclaimd dat er sprake is van luisteren, niet gewoon ‘gehoord’.

Wellicht is dat een semantisch vraagstuk, dus wat zijn de verschillen volgens onze trouwe vriend Google. Over de verschillen tussen horen en luisteren blijkt van alles te vinden op internet. Maar de meest heldere analyse lees je hieronder (link)

Je oren zijn uit zichzelf open.
Grappig gezegd.
Met die oren kun je dus van alles horen. Horen en luisteren zijn niet hetzelfde. Horen heeft te maken met de geluiden die het oor binnenkomen; luisteren heeft te maken met wat je met
die geluiden doet. Om te kunnen luisteren, moet je kunnen horen. Als je luistert, maak je een keus uit dat wat je hoort: je laat het tot je doordringen.
Luisteren kun je zelf beïnvloeden, maar luisteren moet je wel leren en je kunt het oefenen. Als je luistert, richt je de aandacht op een bepaald geluid.
In tegenstelling tot horen, is luisteren dus een activiteit.
Luisteren gaat niet alleen over horen, maar je gebruikt tijdens het luisteren meer zintuigen. Alle waarnemingen kleuren je manier van luisteren. Om beter te kunnen luisteren, probeer je beter waar te nemen.

[Ironisch genoeg was deze bron een anonieme dame met de nickname ‘Momopoyolo’. Overigens een interessant internet fenomeen, kijk maar Mocht je dit lezen? Kom de credits halen!]

Niet luisteren? Of luisteren en ageren?
De stelling: ‘luisteren is een activiteit’ bevalt me wel! Je moet dus aan de slag met datgene wat je hoort. De klank moet actief worden omgezet in een interpretatie. Daarbij let je op meer dingen dan alleen de uitgesproken woorden aldus de tekst. Je kijkt naar emotie, de omstandigheden en gedrag. Dat is wellicht ook iets voor Paul Postma om over na te denken. In dit Emerce artikel betoogde hij dat je vooral NIET moet luisteren naar klanten, maar veel moet kijken (naar wat ze doen). Hij heeft een vrij medische onderbouwing hiervoor. Best interessant, maar de denkrichting van Momopoyolo vind ik zelf minder kort door de bocht. Luisteren is in feite een totaalplaatje van ‘signaalinterpretatie’, daar hoort ook kennis vooraf, achteraf en interpretatie van het gedrag bij.
  
Momopoyolo vertelt niet hoe je van goed luisteren ook een goede dialoog kan maken (ik heb een vraag ingediend bij Goeievraag.nl). Maar het vervolg lijkt wellicht niet zo lastig: als je het horen van bepaalde klanken actief hebt omgezet naar een interpretatie, dan moet je deze interpreatie vertalen naar een verbale reactie of zelfs een handeling. Alleen luisteren kan natuurlijk ook, maar alleen als je een soort enquête of kennisvergaring beoogd (en dan nog zou je wellicht meer willen doorvragen?). Wil je ook echt een boodschap bij de gesprekspartner over de bühne brengen zul je moeten ‘ageren en engageren’ zoals in dit Marketingfacts stuk te lezen valt:
  
Social media: een ontvangstmedium?
Als het gaat over luisteren, kijken en je boodschap over de bühne krijgen, was dit bericht in de Adformatie het nieuws van de week. Adformatie berichtte over een opmerkelijke verslapping in het enthousiasme van marketeers ten aanzien van social media. Je kon erop wachten, ‘social media’ is immers de hype en tevens de turbo-term van het moment. Om een idee te krijgen, als je ‘social+media’ googlet krijg je 688 miljoen zoekresultaten, als je ‘Apple’ googlet krijg je 502 miljoen resultaten. 

In de laatste alinea van het artikel staat wat mij betreft de meest interessante passage. Marketeers zien social media blijkbaar als een ‘ontvangstmedium’ en niet als een ‘zendmedium’. Laten we even aannemen dat deze conclusie van Jos Vink van Blauw Research de norm is, dan vind ik dat heel erg goed nieuws! Bedrijven konden al behoorlijk goed zenden, nu biedt social media ook nog de mogelijkheid tot luisteren… hier tussenin zit volgens mij een heuse dialoog.

Wat rest is dan het (organisatorische) vermogen om deze twee skillsets met elkaar te verbinden… Het punt is (en daar wringt volgens mij de schoen); als je wel luistert, maar datgene wat je uitzendt er niet (voldoende) op afstemt, dan hoor je eigenlijk alleen maar. Je hebt niet bewezen dat je actie hebt ondernomen naar aanleiding van de informatie. Dat is de valkuil van social media: dat het alleen door marketeers wordt gebruikt om klachten en problemen af te vangen om er vervolgen webcare units op af te sturen, die de discussie proberen te neutraliseren. Een daadwerkelijke aanpassing van de communicatie gebeurt dan alleen als er een rel dreigt. Kortom meer de zorg over schade aan de eigen handel dan een poging tot communicatie op individueel niveau.

Daarom ben ik het ten dele wel eens met Paul Postma: als je alleen maar luistert en passend reageert, dan bepaalt de klant het tempo. Het punt is dat JIJ iets van HEM/HAAR wilt. Je mag best verrassend uit de hoek komen of directief zijn in je communicatie. Ook moet je meer facetten meenemen in je analyse dan sec datgene wat de klant zegt. Het is alleen -op zijn minst- van belang dat je gedurende het proces tekenen laat zien dat je wel luistert. Dan verklein je als bedrijf de afstand tot je klanten, het maakt je sympathieker. In je grote kantoor wachten tot klanten al dan niet hun bestelling hebben geplaatst en daar de communicatie op afstemmen brengt ons weer terug tot het ouderwetse zendmodel. 

En het goede nieuws haal ik toch weer uit de tekst van luisterfilosofe Momopoyolo. ‘Luisteren is te oefenen!’


dinsdag 24 augustus 2010

Met bedrijven kletsen op Twitter

Een tijdje geleden blogde ik hier over mijn ervaringen met bedrijven of merken die terugpraatten via Twitter of dat juist achterwegen lieten. Ondertussen ben ik weer wat verder gekomen en heb ik er een aantal 'gesproken'.

www.twitter.com/Biodermal


www.twitter.com/Rituals


www.twitter.com/DouweEgberts
Hiervan kun je de voorbeelden eerder in de blog nalezen 

Ook nog even een voorbeeld van een bedrijf dat niet reageerde. De HEMA-twitter zweeg in alle talen toen ik replyde, terwijl ik m.i. toch een aardige suggestie voor ze had:








Vervolgens vroeg ik mijn ex-collega en Twitter-goeroe Lizzz of ze goed voorbeelden had van (business) dialogen via twitter. Die had ze zeker. Haar antwoord was als volgt:

"Ja, die heb ik wel, al trek ik het zelf graag iets breder door naar social media, maar goed, dat is je vraag niet.
Zomaar even een willekeurig aantal voorbeelden:


@slijterijmeisje: 20% van haar omzet door online activiteiten, dwz twitter en blogs. Lancering van haar eigen product Zeeuwierjenever met behulp van Twitter. 

Lees hier het Frankwatching-artikel over Slijterijmeisje [red]















@DellOutlet ruim 1.5 mio volgers, ROI 3 mio via Twitter













@FileSophie - namens ANWB twittert ze over de A12, best aardig gedaan
Kijk hier voor de actiesite van Filesophie [red]














@bol_com - doet het goed














@starbucks - is natuurlijk overbekend, ook met mystarbucksidea















@cocacola - gebruiken inzet social media erg goed, twitter is daar onderdeel van














@skittles - wat ze met the rainbow doen, prachtig. 














Maar nogmaals, Twitter is logisch onderdeel van een hele social media strategie. En als DAT geen dialoog is weet ik het niet meer:)"


Natuurlijk ben ik Lizzz dankbaar voor deze leerzame bijdrage... 
Voor iedereen die dit leest: blijf alsjeblieft voorbeelden doorgeven van terugpratende Twitter-bedrijven, dat kan hier, hier of hier! Mooie voorbeelden van dialoogconcepten zijn overigens ook welkom! Net als alle andere vragen of opmerkingen natuurlijk.

Overigens denk ik dat sommige zwijgende bedrijven best aan het praten gebracht kunnen worden, maar ja ik weet niet of het nodig is om zo ver te gaan... 


zondag 22 augustus 2010

De ongeschreven regels

Dialogen tussen mensen hangen aan elkaar van onuitgesproken, sociale conventies. In de loop der tijd zijn er tussen mensen protocollen ontstaan als het gaat over wat we (kunnen) zeggen en hoe we met elkaar omgaan. Je hoeft niet ver te zoeken: een ‘Mogge’ van je collega of een gemompeld ‘Smakelijk’ van je disgenoten bij het starten van de maaltijd, kennen we allemaal. De vraag- antwoordcombinatie ‘Hoegaathet? Goed!’ is zeker ook een klassieker.

Het protocol
In het verleden waren dit soort gedragingen nog veel uitgebreider. Dat had alles te maken met explicietere sociaal-maatschappelijke verschillen. Ontmoette je de dokter, dominee of burgermeester, dan waren er uitgebreide begroetingsrituelen met passende aanspreekvormen en bijzinnen. Non-verbaal gebeurde er ook van alles; het afzetten van de hoed, het neerslaan van de ogen, sierlijke handgebaren of een lichte buiging. Een echo van dat gedrag is nog aanwezig bij de omgangsregels met het Koninklijk Huis. Tegenwoordig zijn deze standenverschillen formeel dan afwezig, maar sommige sociale automatismen werken nog altijd. Dit geprogrammeerde gedrag biedt ons de kaders van de relatie die we met elkaar aangaan en onderhouden. Het heeft alles te maken met beleefdheid die is ingegeven vanuit de leefbaarheid van de mens als soort. Zouden deze vormen er niet zijn, zou een afwijkende begroeting volledig verkeerd kunnen worden opgevat. Het zit zo diep geworteld dat bepaalde woorden je lippen (of vingers!) verlaten voordat je er over na hebt kunnen denken. Die vanzelfsprekendheid maakt dit fenomeen bijzonder fascinerend.

SeinLanguage
Een aantal jaren geleden had de Amerikaanse stand-up comedian Jerry Seinfeld veel succes met het uitlichten van dit soort intermenselijke cliche’s! Zijn boekje ‘SeinLanguage’ staat vol met dit soort voorbeelden. Zijn benadering is om vooral veel vragen te stellen over al die dingen die wij met elkaar zo gewoon vinden. Een aanrader voor elke creatieve marketeer:

  • Waarom raden mensen elkaar hun dokters aan?
  • Waarom trekken zakenmannen een pak aan?
  • Wat is het verschil tussen een date en een sollicitatie?
  • Waarom flappen we er gedachteloos dingen uit die ons in de problemen brengen?

Seinfeld biedt met zijn boek en shows een bijzonder soort vermaak. Alhoewel hij zeker niet gaat voor een diepere boodschap zet hij je met zijn ‘slice-of-life’ benadering aan het denken. De les die je bijvoorbeeld zou kunnen trekken is dat het loont om ook vragen te blijven stellen over de dingen die we met zijn allen normaal vinden. Intermenselijke relaties zijn weliswaar organisch, fluide en onberekenbaar… toch houden we ons van nature aan de ongeschreven sociale protocollen. En dan brengt me bij mijn punt:

Online dialogen hebben ook regels
Ook bij een online dialoog moet je rekening houden met gedragspatronen en geprogrammeerde reflexen! Bij VEEL concepten waarbij een gesprek tussen twee mensen moet worden nagebootst, lijkt het alsof deze conventies ineens worden genegeerd. Er wordt niet gegroet, een verhaal begint plotseling zonder introductie, stiltes vallen op de verkeerde momenten en zonder afscheid eindigt het ineens. Gedurende het gesprek is de toon soms afstandelijk, technisch, opdringerig of soms zelfs ronduit ongeïnteresseerd (‘ze komen toch naar ons toe?!’). Op een bepaalde manier is het misschien wel logisch dat conceptontwikkelaars en redacteurs hier niet bij stilstaan, daar kan ik twee redenen voor noemen:
  1. Menselijke dialoogpatronen zijn zo instinctief dat we ze niet 1,2,3 reproduceren als we ze digitaal ‘imiteren’. Vaak schrijf je in de productiefase siteteksten (of mailteksten) in je eentje en mis je daarbij de automatismen die je in een tweegesprek zou toepassen. Daarom is het aan te bevelen om teksten altijd hardop aan iemand anders voor te lezen!
  2. Veel redacteurs en concepters zijn voortgebracht vanuit de monoloog-traditie; er wordt geredeneerd vanuit ‘wat gezegd moet worden’. Men bedenkt een mooi verhaal of tekst wat op de bezoekers af zal worden geschoten, terwijl het een veel betere gedachte is om ‘achterstevoren’ te werk te gaan. Waar moet deze dialoog naartoe leiden? Wat voor reactie wil ik hier teweeg brengen? Hoe zou ik zelf aangesproken willen worden? 
Iedereen kent dat gevoel dat je op een site komt, een e-mail open klikt en dat er een lichte irritatie van je meester maakt, zonder dat je kan aanwijzen waar dat aan ligt. De kans is redelijk groot dat jouw ‘gesprekpartner’ een hele serie geheime sociale codes heeft gebroken. Irritatie is doorgaans een bijzonder slechte dialoogstarter. Via Twitter vond ik deze column van niemand minder dan Seth Godin. Via een andere invalshoek beschrijft hij hetzelfde principe!

LAATSTE ALINEA: VERSIE 1 (zie comments)
Hopelijk had je hier wat aan.
Bedankt voor je aandacht en tot ziens!

-You get it?-

LAATSTE ALINEA: VERSIE 2


De overtreding
Deze ongeschreven regels van onze sociale omgang zouden dus de ruggengraat van dialoogconcepten moeten vormen, net als in het werkelijke leven. Op die manier zorgen we voor een aangenam bezoek en een soepele flow voor diegene die de moeite neemt om via jouw systemen met je te praten. Dit is de basis! Maar om alles nog wat te compliceren: zodra je je hiervan bewust bent en de natuurlijke dialoog-spelregels zoveel mogelijk toepast, kun je met deze informatie ook gaan spelen! Door bijvoorbeeld bewust een bepaalde regel te overtreden is het ook mogelijk de oren gespitst te krijgen. Een voorbeeld hiervan is onderstaande mail van het concept Je Echte Leeftijd. Het onderwerp van de e-mail was: "Jij doet niet mee"


Toen ik dat las voelde ik me (conform de sociale protocollen lichtelijk beledigd). Mijn eerste reactie was dan ook: WAAR doe ik dan niet aan mee?. Dit was natuurlijk exact de beoogde reactie (met andere woorden er was over nagedacht!). Na het openen van de mail volgde uiteraard de boodschap dat ik alsnog welkom was. Hiermee was in mijn geval het doel bereikt! Ik heb geen informatie of deze mail betere respons genereerde dan normaal. Ik kan me echter absoluut voorstellen dat op deze manier afwijken van de norm de aandacht kan trekken en mensen kan activeren. Dit 'schok-effect' kan echter alleen werken als je in de rest van het contact wel de gewenste paden bewandelt...




Overigens is de persoon in de afbeelding niemand minder hiernaast dan mijn voormalige collega Eelco Wynia.
@Eelco: weet jij nog hoe deze mail scoorde? Op die manier kan je mijn stelling direct torpederen?
@Jori: had jij deze niet destijds bedacht?
@CorBusiness: wat vind jij ervan, na deze aanvulling?

woensdag 18 augustus 2010

Missie: Hoe verliezen we controle?

Wat is er overzichtelijker dan een dialoog zou je zeggen? Twee partijen interacteren op basis van gelijkwaardigheid: ze stellen vragen, antwoorden, prikkelen, verleiden, dagen uit, beïnvloeden. Toch roept de term ‘Dialoog’ net als een term als ‘Kunst’ bij velen direct een ingewikkeld beeld op en leidt tot diverse interpretaties. Waar we in ons persoonlijke leven dialogen perfect kunnen duiden en rangschikken, schiet men vaak in de kramp op het moment dat een bedrijfsmatige vertaling moet worden gemaakt. Want hoe pas je een dialoogconcept in, in je organisatie? Hoe loopt die dialoog dan? Wie begint er? En wanneer? Wie praat er dan? Wie luistert? Is het een add-on op het callcenter? Is het een soort van nieuwsbrief? DM? Of toch een salesfunnel? Wat communiceren we? (dialoog-initiatieven klinken trouwens altijd erg spannend in het personeelkrantje of op de intranet-site!)

Wie is de dialoogbaas?
In het verlengde hiervan volgt vaak de discussie wie dan verantwoordelijk is? Is dat de marketing- of salesmanager (want: meetbare leaddeals!), of juist de internetman of CRM-vrouw (want: die snapt het tenminste). Of toch de communicatieverantwoordelijke (want: socialmedia en PR), anders is er altijd nog wel een stagiair die de website, de nieuwsbrief en de twitter bijhoudt. Maar heel vaak wordt de dialoog gedelegeerd aan een mediabureau of andere communicatieadviseurs. Het probleem is dat men ook daar zoekende is als het gaat om dialoogmarketing. Dus landt het veelal op de internetdesk tussen de banners en e-mailmarketing…

De overeenkomst tussen alle belanghebbende is dat vaak de behoefte ontstaat om het fenomeen te willen inkaderen en te controleren. Tegelijk gaat men dan de wezenlijke afweging uit de weg (Waarom willen wij een dialoog? En zo ja, waarover dan?). Het resultaat van die behoefte aan controle is dat dialoog vaak wordt gezien als een kanaal in plaats van een doel. Volgens die retoriek wordt de dialoog ingezet vlak na de buitenreclame en vlak voor de radiospotjes…

Communicatie torpedo’s
Dit raakt overigens aan een generiek probleem. Van oudsher moet communicatie zoveel mogelijk worden beheerst! Dit past perfect in de oude strategie van de monoloog! Zolang doelgroepen anonieme, amorfe groepen zijn, die niet terugpraten en geen kritiek leveren, zijn ze te beheersen. Het afschieten van communicatie torpedo’s is veilig en creëert een comfortabele afstand. Dit is een ouderwetse benadering, consumenten praten namelijk al doorlopend over allerlei bedrijven en merken. Zowel positief als negatief. Alleen vaak niet TEGEN ze. Zie hier wat voorbeeldjes van internet geplukt over supermarktketen Jumbo…







Niet hard genoeg?
De vraag is dus niet OF bedrijven terug moeten gaan praten, maar hoe snel?! En is dat terug- en meepraten genoeg? Anno 2010 is dat wellicht te gemakkelijk, te beperkt en te doorzichtig. In deze tijd van volledige online transparantie en de toenemende macht voor consumenten zullen bedrijven een cultuuromslag moeten doorvoeren. Deze verandering is er één die voor georganiseerde entiteiten als bedrijven lastig is: het verliezen van de controle! Het laten varen van de beheersing. De controle op een dialoog is namelijk een illusie! Wat dat betreft is de bekende quote van Nikki Lauda meer waar dan ooit:

“Wie alles 100% onder controle heeft, gaat niet hard genoeg!”


Niets is slechter te beheersen dan een dialoog! Het past zich aan, het intensiveert en het neemt af. Dialogen zijn bij uitstek fluide en grillig. Dit is iets waar niet tegen gevochten moet worden of moet worden onderdrukt. Het moet worden omarmd! 

Sleutel tot succes
Er is namelijk wel degelijk een sleutel tot succes! Dat zit zoals gezegd niet in het controleren van het hele proces of in het negeren. Een dialoog laat zich echter vaak wel sturen. Hoe? Bijvoorbeeld: door diegene te zijn die een dialoog start! Door niet alleen te reageren op bestaande dialogen. Als je reageert ben je altijd afhankelijk van de grillen van de initiator. Het tijdstip, de vorm, de plek worden je allemaal opgedrongen.
Een andere manier om een dialoog te sturen zit 'm in vorm. Een beproefde en decennia-oude manier om een dialoog te sturen is bijvoorbeeld de multiple choice vraag!

Een ander successleutel van het sturen van de dialoog is simpelweg: voorbereid zijn op reacties. Dit is makkelijker gezegd dan gedaan, want het maken van dat soort inschattingen lukt alleen met ervaring, voortschrijdend inzicht, 'trial and error'... net als met een echte relaties worden dialogen over de tijd namelijk makkelijker te voorspellen... vooral als je een goede relatie hebt met diegene met wie je praat....en hoe krijg je die goede relatie? Juist!



donderdag 12 augustus 2010

Tryvertising of Testpanel?


Een tijdje geleden las ik op Trendwatching.com over het fenomeen ‘Tryvertising’. Ik werd er door getriggerd, geweldige term en een geweldige trend natuurlijk. Alhoewel deze trend zeker niet nieuw is, past het helemaal in deze tijd. Het sluit volledig aan bij de opkomst van sociale media, waarbij transparantie key is en waarbij de consument beter geïnformeerd is dan ooit. Het proefritprincipe, het vliegwiel van de autobusiness, wordt ontsloten naar allerlei andere producten en diensten. ‘Testdrive your cornflakes, testdrive your holidays’! ...een perfecte start van de dialoog! Bedrijven die trots zijn op hun product of dienst doen er goed aan deze te laten testen. Het is sympathiek, maar het straalt vooral ook vertrouwen uit. Vertrouwen dat de meeste consumenten na gebruik er positief over zullen zijn, net als jijzelf.


Het nieuwe testen
Het is een principe dat veel meer navolging verdient. Niet om de laatste reden dat het uitermate succesvol voor merken en bedrijven kan werken. Dat weet ik uit ervaring. Zo’n 5 jaar geleden brachten wij online onze eerste Tryvertising case in de praktijk. Wij noemden dat toen alleen anders: ‘Testpanel’. Ook die term was toen niet nieuw. Het begrip Testpanel is al zo oud als…nou laten we zeggen: The Pepsi Challenge(!). Maar de online systematiek en de dialoogbenadering maakte het wel degelijk tot een nieuwe propositie, zeker toen.

Het eerste Testpanel werd bedacht voor speelgoedfabrikant VTech. Zij wilden bij moeders de diversiteit en breedheid van hun assortiment onder de aandacht brengen. Wij bedachten Het Speelgoed Testpanel; het idee was om moeders in eerste instantie te triggeren via e-mail, met de mededeling dat wij 25 moeders zochten om (gratis) speelgoed te testen. Als ze interesse hadden getoond, was de volgende stap dat ze ons moesten laten weten WELK artikel ze wilden testen. Ze kregen een interactieve pagina te zien met alle VTech artikelen en daar moesten ze zelf een top 3 samenstellen. Op die manier browsden duizenden moeders door de VTech-producten heen, lezend, kijkend, waarderend. Al doende werden ze geconfronteerd met het merk en met de diversiteit en de grootte van het assortiment. 25 moeders werden vervolgens verblijd met hun selectie.

Resultaten en learnings
Dit was zonder twijfel een mooie case: een zeer snelle opschakeling in het AIDA-model van de A naar de D. Maar de meest cruciale, laatste stap ontbrak in deze versie! Namelijk de laatste A in AIDA! Sales of traffic waren weliswaar niet als doelstelling benoemd, maar al die moeders die niet waren geselecteerd om te testen, hadden immers een duidelijk koopsignaal afgegeven. Zij hadden hun persoonlijke productvoorkeur gedeeld. Een gemiste kans voor open doel... als iemand een product wil testen, wil zij het toch ook hebben?!

Deze learnings werden in de volgende versies van het Testpanel toegevoegd. Vervolgens maakten o.a. Philips, Miele, AmbiPur, AEG, HP Snapfish, Digitenne en Zwitsal gebruik van meerdere van dit soort Testpanels. Ook kwam er een volgende add-on: een advertorial waarin de resultaten van de tests werden doorvertaald in o.a. de bladen VTWonen, Kinderen en Ouders van Nu. Consumenten vertelden hier vooral ZELF wat ze van het product vonden en niet de fabrikant. Een derde innovatie was dat er, bij sommige wat abstractere of meer gevoelige thema's, van tevoren een enquête kon worden gehouden, waarmee het topic eerst op de kaart werd gezet. De resultaten werden gebruikt in de verdere dialoog en publicitair benut, waarna de oproep voor het Testpanel volgde.

Hier een presentatie van de Zwitsal Goedermorgen Case van Volgens Mama, met aan het einde het Testpanel.

De BITE!
De sterke opkomst van het sociale web heeft het mechanisme van het Testpanel voorzien van een extra communicatieve bite; de reviews! Waar die 5 jaar geleden een bijkomstigheid leken, is dat nu juist de waardevolle WOM (word of mouth), waar iedereen naar zoekt! Het slimme van Tryvertising is dat het juist niet gaat om het kleine groepje testers of proevers…daar wordt namelijk vaak blind op gestaard. Het gaat juist om die massa's mensen die op internet zoeken naar bevestiging in hun aankoopproces. Als die paar testers reviews plaatsen, kan dat tot maanden en soms jaren daarna terug blijven komen in searches. Als een potentiële koper bevestiging wil en andere meningen wil lezen over het betreffende product, komen al de snel de testresultaten of reviews bovendrijven. 

Dat is nog eens reclame!